Bedrijfshulpverlening

Volgens artikel 15 van de Arbo-wetgeving is elke werkgever verplicht over tenminste één bedrijfshulpverlener te beschikken

Bedrijfshulpverlening

Volgens artikel 15 van de Arbo-wetgeving is elke werkgever verplicht over tenminste één bedrijfshulpverlener te beschikken:

De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van artikel 3, eerste lid, onder e, van deze wet bijstaan door een of meer werknemers die door hem zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners.

Het verlenen van de bijstand houdt in elk geval in:
a. het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
b. het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
c. het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.

De bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij de in het tweede lid genoemde taken naar behoren kunnen vervullen.

Er worden geen specifieke eisen gesteld aan de bhv’er, zolang deze competent is om in noodsituaties te handelen. Omdat de aard van risico’s per bedrijf verschillen, is het raadzaam om de opleiding samen te stellen op basis van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In samenwerking met CIBOT wordt er een competentieprofiel opgesteld waaraan de bhv’ers dienen te voldoen. Op deze manier is het mogelijk om een gecertificeerde opleiding te geven zonder de essentie van arbowet artikel 15 te verliezen.

Indien gewenst kunnen aangesloten instructeurs gebruikmaken van het netwerk om de eindklant zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn.

De basisopleiding BHV bestaat uit drie onderdelen:

  • BFR1: BLS/AED (reanimatie)
  • BFR2: Basis EHBO
  • BFR3: Brand, Ontruiming en Communicatie (BOC)

In overleg is het mogelijk om een bedrijfsspecifieke certificering op te stellen. Een commissie bestaande uit ten minste (een vertegenwoordiger van) de bhv-organisatie en de opleider dient hiervoor een plan in bij CIBOT, dat na goedkeuring als integraal onderdeel van het certificaat geldt.

De opleiding BHV-Kind bestaat daarnaast uit de volgende twee modules:

  • AMR1: PBLS (kinderreanimatie)
  • AMR2: Eerste Hulp aan Kinderen.

Ingangseisen

Er zijn geen ingangseisen om deel te nemen aan deze cursus.

Examinering

De toetsing vindt plaats door middel van continu assessment: de cursist wordt gedurende de hele cursus begeleid en beoordeeld door de instructeur.

Nemen de cursisten deel aan de opleiding bedrijfshulpverlener Kind? Dan maken zij daarnaast een theorie-examen.

Certificering

Het certificaat wordt uitgereikt indien de cursist op alle onderdelen door de instructeur competent is verklaard. De geldigheidsduur van het BHV certificaat is 1 jaar vanaf de datum van de cursus. Het certificaat BHV alsmede de deelcertificaten worden tevens erkend door de Branchevereniging Bedrijfshulpverlening en het BHV Register. Het certificaat BHV-Kind wordt in het kader van de Wet IKK erkend door het Ministerie SZW en voldoet dus aan de eisen voor kinderopvang en gastouders.

E-learning

Voor de opleiding BHV is een e-learning module beschikbaar.

Aanpak

Instructeursopleidingen

Voor elk van de boven genoemde modules zijn instructeursopleidingen te volgen. De opleiding tot Instructeur BFR1: BLS is een combi-opleiding waarmee deelnemers ook de aantekening Instructor Candidate bij de Nederlandse Reanimatie Raad verkrijgen.

BFR1: BLS/AED (reanimatie)

2 dagen

BFR2: Basis EHBO

2 dagen

BFR3: Brand, Ontruiming en Communicatie

3 dagen

Na de opleiding worden geslaagde deelnemers gecertificeerd als Kandidaat-Instructeur en is er de mogelijkheid om bij diverse opleiders één of meerdere stages te lopen. Kandidaat-instructeurs vragen vervolgens een audit bij CIBOT aan en worden bij een positief resultaat gecertificeerd als Instructeur.

Winkelwagen